maandag 7 november 2011

Deze weblog is verhuisd


Deze weblog wordt vanaf november 2011 voortgezet op de nieuwe webloglocatie van het Legermuseum:

http://legermuseum.wordpress.com/category/de-vragen-die-u-stelde/

De weblog van het vraagcentrum gaat verder onder de rubriek "De vragen die u stelde", samen met andere rubrieken zoals: het boek van de maand, nieuwe aanwinsten, evenementen en blogs over speciale studieprojecten. We zien u hier graag terug.

maandag 24 oktober 2011

Bandeliersplaat anno 1814


vraag:

Wij zijn een re-enactmentgroep die het Bataljon Infanterie van Linie nr.2 uitbeeldt in de jaren 1814-1815. Uit onze informatie blijkt dat de Nederlandse infanterie destijds leerwerk van "Engels model" droeg; dit hield o.m. in een bajonetbandelier die over de rechterschouder werd gedragen, waarop een ovale geelmetalen plaat werd gedragen. Op de plaat staat (vermoedelijk) een gekroonde "W". Wij hebben gehoord dat u een dergelijke plaat in uw collectie heeft. Hiervan zouden wij graag een afbeelding willen ontvangen, zodat wij een reproductie kunnen maken om onze uitbeelding te vervolmaken.

antwoord:

In onze collectie bevindt zich inderdaad een dergelijke bronzen plaat met een gekroonde W. Deze is te zien in de basisopstelling, op de 1e etage van ons museum. Dit exemplaar is in 1982 gevonden op het terrein van een voormalig kampement uit de 10-daagse veldtocht.


De plaat met inventarisnummer is 059306 heeft de volgende omschrijving:

Bandeliersplaat van brons met gekroonde "W" t.b.v. manschappen, Nederland ca.1830. De bandeliersplaat is ovaal van vorm en loopt aan de voorzijde iets bol, op de voorkant in diep reliëf een gekroonde "W". Aan de achterzijde aanzetstukken van ogen voor steeknaalden ter bevestiging op de bandelier. N.B. de bandeliersplaat werd gevonden op een voormalig militair kampement bij Oirschot in 1982.

Afmetingen: 7 x 5,5 cm.

maandag 17 oktober 2011

Bij welk onderdeel horen de personen op deze foto


vraag:
Kunt u mij aan hand van de foto vertellen bij welk onderdeel mijn opa heeft gediend. Mijn opa is de man rechts op de foto met het zwaard. Kunt u ook zien wat voor rang hij had?

antwoord:
Hartelijk dank voor uw vraag met bijgezonden foto. Uw opa draagt op de foto op zijn sjako het embleem van de artillerie (twee gekruiste kanonnen). De werkpakken van de ondergeschikten, midden op de foto, duiden ook op artilleristen; naar wij vermoeden gaat het hier om vestingartillerie, maar dat is niet met zekerheid te zeggen. Het onderschrift op het krijtbord, in het midden van de foto, kan naast de goed leesbare tekst "Lichting 1909" heel goed duiden op: "5e Batterij", waarbij men de B wat slordiger heeft ingezet dan gebruikelijk. De rang van uw opa is vermoedelijk die van vaandrig. Dit is niet met zekerheid te zeggen, omdat op de foto de bovenkant van zijn epaulet niet goed te zien is, maar wij menen daar een stip te zien. Het zou ook passen bij zijn situatie (dienstplichtig) en tegelijkertijd toch duidelijk een betere positie dan de mannen in het midden (verschil tussen werkkleding en nette uniform met sabel van uw opa).
U kunt trouwens, als u daarin geïnteresseerd bent, in het Nationaal Archief in Den Haag, www.nationaalarchief.nl vervolgonderzoek doen naar uw opa. Daar bewaart men de zogenaamde stamboeken van de verschillende regimenten, waar doorgaans (summiere) persoonlijke informatie naast de militaire staat van dienst te vinden is.

Heeft u aanvullingen of vragen over dit artikel? Dan wordt u van harte uitgenodigd om te reageren. Het Legermuseum staat open voor verbeteringen. Klik op de titel van het artikel of op het woordje "reacties".


maandag 10 oktober 2011

Uniform van de Mobiele Schutterij tijdens de Tiendaagse Veldtocht


vraag:

Ik heb een vraag met betrekking tot het uniform van de schutterij ten tijde van de Tiendaagse Veldtocht. Op het schilderij van Hoynck van Papendrecht "De schutterij bij Houthaelen 1831" ziet men de schutterij in actie. Aangezien ik zelf een verzamelaar van 30mm figuurtjes ben en bezig ben deze schutterij uit te beelden heb ik een vraag omtrent de kleur van het uniform. Was dit lakense stof in de kleur grijs? Of is het zwart wat men draagt?

antwoord:

Het uniform van de mobiele schutterij in 1831 bestond uit een donkerblauwe rokjas met een dubbele rij knopen en een staande kraag; rode kraagpatten (accoladevormig) en rode manchetten bij de mouwopslagen. Witte bies om de kraag en bij de taille. Blauwe broek met witte bies. Wat u op het schilderij van Hoynck van Papendrecht ziet, zijn de overjassen. Deze waren bruin of grijs. Oorspronkelijk was de bedoeling grijs - zo beeldt Hoynck ze ook af - maar in de praktijk waren er ook vele die in een ouder model van een bruine kleur rondliepen; in onze collectie bevinden zich ook twee officiersoverjassen van goede kwaliteit, die ook bruin zijn uitgevoerd. De manschappen droegen veel grovere kwaliteit wol, maar in dezelfde kleuren.

Wanneer u figuurtjes beschildert, kunt u daarom de overjassen overwegend grijs schilderen, maar zo her en der ook bruine jassen. Leuk voor de afwisseling! U kunt trouwens op het schilderij van Hoynck ook de rode kraagpatjes zien, die nog op de overjassen waren aangebracht. U kunt ook nog eens in het museum komen kijken: de officiers-overjas is daar in de opstelling te zien. Hij is ook afgebeeld in een Nieuwsbrief van onze Vereniging Vrienden, jaargang 2006, aflevering 3, in het artikel: "Drie uniformjassen uit de jaren van de Belgische Opstand 1830-1839". Deze Nieuwsbrief kunt u na afspraak in onze leeszaal inzien.

Van ons jaarboek Armamentaria is in 1981 een themanummer verschenen over de Tiendaagse Veldtocht, met daarin onder andere een artikel over de Mobiele Schutterij. De teksten van dit themanummer Armamentaria 16 zijn online te raadplegen via de volgende link:

http://www.collectie.legermuseum.nl/strategion/strategion/i004550.html

Het olieverfschilderij van J. Hoynck van Papendrecht "De schutterij in gevecht bij Houthaelen op 6 augustus 1831" bevindt zich in de collectie van het Legermuseum (objectnummer 051025) en maakt deel uit van een schuttersdrieluik.

dinsdag 4 oktober 2011

Rosalie; identificatie van een bajonet


vraag:

Via een erfenis ben ik enige tijd geleden in het bezit gekomen van een bajonet. Ik erfde hem van mijn vader, hij op zijn beurt zou hem weer van zijn vader gekregen hebben. Van de bajonet is mij niets meer bekend als dat het om een Franse bajonet zou gaan. De bajonet is in de schede 65, 5 cm lang. Zonder de schede is het 63,5 cm lang. Het lemmet is kruisvormig en 51,5 cm lang. Op het lemmet staat aan de ene zijde een P en aan de andere zijde een teken dat ik niet thuis kan brengen (zie foto). Op het gevest is het nummer J (of I) 84754 aangebracht. Op de schede vermoedelijk een springende granaat gevolgd door 36410. De greep is van messing, de schede van staal (oorspronkelijk vermoedelijk geblauwd). Graag zou ik willen weten wat voor bajonet het hier betreft, bij welk wapen het hoorde en of het nog een waarde bezit.

antwoord:

De op de foto's getoonde bajonet is van Frans model, van het type dat sinds 1886 werd uitgereikt bij het Franse infanteriegeweer systeem Lebel. Oorspronkelijk waren deze bajonetten aan de voorzijde voorzien van een neerwaarts gebogen haak, maar vanaf 1915 werden deze haken verwijderd en werden ze zonder haken vervaardigd. Deze bajonetten, die in het Franse leger de bijnaam Rosalie hadden, zijn tot in de tweede wereldoorlog in gebruik gebleven. Deze bajonetten zijn in vrij grote aantallen gemaakt en u zult daarom begrijpen dat ze niet zeer zeldzaam zijn en geen zeer grote waarde vertegenwoordigen.

Heeft u aanvullingen of vragen over dit artikel? Dan wordt u van harte uitgenodigd om te reageren. Het Legermuseum staat open voor verbeteringen. Klik op de titel van het artikel of op het woordje "reacties".



dinsdag 27 september 2011

aanvulling op: Nederlanders in het leger van Napoleon naar Rusland

Het gemeentearchief Utrecht bestaat al vele jaren niet meer. Dat heet nu Het Utrechts Archief.
http://www.hetutrechtsarchief.nl/


Verder is dit een handige database:
http://www.stehelene.org/php/accueil.php?page=8&lang=nl

Inventarisatie van Friese soldaten onder Napoleon
http://www.friezen-onder-napoleon.nl/

Wijlen dhr. Paasman heeft een behoorlijk complete inventarisatie gemaakt van Friese soldaten die onder Napoleon hebben gevochten. Onder 'zoeken' staat helemaal onderaan een link naar de database met soldaten, die door Tresoar wordt gehost.

zie verder de reacties onder het oorspronkelijke bericht

Nederlanders in het leger van Napoleon naar Rusland


vraag

Bestaat er een overzicht van Nederlandse mannen die in het leger van Napoleon mee naar Rusland geweest zijn. Eén van de voorvaderen van mijn vrouw, zou met het leger van Napoleon naar Rusland zijn geweest. Mijn pogingen tot nu toe hebben geen registers opgeleverd.

antwoord

Het antwoord op uw vraag bevat zowel een ja als een nee. Nee, want er is niet één overzichtelijke lijst met namen van alle Nederlanders die zich in 1812 bij Napoleons leger bevonden. Maar u kunt wel degelijk naspeuring doen: dus ook "ja". Wat u moet weten, is in welke gemeente deze voorvader van uw vrouw is opgekomen. U kunt dan proberen na te gaan bij welke eenheid hij terecht is gekomen. Deze lijsten van conscripten bevinden zich in de archieven van zowel de provinciale als in een enkele geval de gemeentelijke overheden. Het gemeentearchief Utrecht (GAU) heeft een aardig overzicht op de site hoe dit werkt. Een andere mogelijkheid om te kijken in welk regiment hij gekomen kan zijn, is de lijst van de conscriptie-departementen na te gaan. Dit is een lijst waarin is vermeld welke departementen aan welke regimenten conscripten leverden. In het Nederlandse geval blijven dan meestal 1-5 mogelijkheden over.

Heeft u een idee in welk regiment hij gediend heeft, dan kunt u zich wenden tot het SHD (vroeger SHAT), het Service Historique de la Défense in Frankrijk (Vincennes, Parijs).

http://www.servicehistorique.sga.defense.gouv.fr/

Hier zult u fysiek een bezoek af moeten leggen. Bij het SHD bevinden zich de stamboeken van de verschillende regimenten. U kunt dan het stamboek opvragen en hopen dat u daarin zijn naam tegenkomt. Wanneer u denkt dat hij al voor 1810 in het leger zat, of na 1813 ook nog in het leger (het Koninklijk Nederlands Leger), kunt u ook kijken in het Nationaal Archief in Den Haag, waar de stamboeken van de regimenten Koninkrijk Holland (1806-1810) en Koninkrijk der Nederlanden (1813-...) op naam ontsloten zijn. Daar kunt u dus in een namenlijst zoeken.

Een en ander is, zo leert de ervaring, tijds- en arbeidsintensief, maar als het lukt, wel zeer bevredigend.


Bij de afbeelding:

Hollandse infanterie bij de bruggen over de Berezina, 1812

Veldtocht naar Rusland (1812)

Schoolplaat naar een schilderij van Jan Hoynck van Papendrecht

Objectnummer Legermuseum 00133431

maandag 26 september 2011

Met kruit gevulde kanonskogel of granaat


vraag:

Dit gietijzeren voorwerp is gevonden bij de Maas. Het is hol van binnen en heeft één gat. Kunt u mij vertellen wat dit is en hoe oud het voorwerp zou kunnen zijn? De diameter is 7 cm, gewicht 550 gram.

antwoord:

Het gevonden voorwerp betreft een antieke handgranaat. Deze werden vanaf de 16e eeuw tot aan de 18e eeuw gebruikt zonder enige wijziging in vorm of formaat, waardoor het niet mogelijk is om hem exacter te dateren. Ze werden gevuld met buskruit. In het ronde gat werd een houten prop gedaan met een lont om hem aan te steken.

maandag 19 september 2011

Identificatie van het uniform van een op een miniatuur afgebeelde persoon


vraag:

Hierbij stuur ik u foto's van een portretminiatuur in onze collectie gesigneerd LT voor Leonard Temminck (1753-1813) Helaas weten wij niet wie de geportretteerde is. Misschien heeft u een suggestie ? Kunt u ons iets meer vertellen over het uniform ? Bij voorbaat hartelijk dank

antwoord:

Het uniform dat de afgebeelde persoon draagt is dat van een ingenieur van het Staatse leger uit de periode rond 1790. Zelf hebben wij in de collectie een tekening van W.C. Staring, daterend uit de periode rond 1900, waarin hij een schets heeft gemaakt n.a.v. een geschilderd portret in particulier bezit van een ingenieur van het Staatse leger Hendrik Dijk. Ons is ook een pastel portret bekend dat zich bevindt in de collectie van het Historisch Museum Den Briel van kapitein-ingenieur Johannes van Westenhout, hem voorstellende als ingenieur van het Staatse leger anno 1794. Het enige merkwaardige aan de uniformering van de persoon, afgebeeld op uw miniatuur, is de oranje kraag, die op beide hierboven genoemde portretten niet is afgebeeld. Een afbeelding van de tekening van Staring vindt u hierbij, als voorbeeld. Wie de afgebeelde persoon is, kunnen wij u niet zeggen; we ‘herkennen’ zijn beeltenis niet. Hopelijk bent u toch met de identificatie van het uniform weer een stapje verder geholpen.

maandag 12 september 2011

Archeologische vondsten van 17e eeuwse vuurwapens


vraag:

The National Maritime Museums of Sweden has carried out an underwater archaeological survey of a 17th century shipwreck in the Stockholm archipelago. During this survey we found a flintlock pistol and a musket (se attached pictures). My question is if you can say anything about the provenience and the age of these weapons?

antwoord:

On basis of the illustrations, the following might be remarked: Both stocks are made for flintlock weapons. The flintlock mechanism didn't come into use until about 1625. It is quite difficult to determine the guns without the mechanisms, since these provide the most information about the dating and whereabouts of the pieces. The slim shape of the pistolstock certainly points out a Dutch origine from about the middle of the seventeenth century. The pistol can with certainty, also on basis of the shape of the pommel, be dated 1640-1670.

It is more diffucult for the musket, but I would think that this dates from about the same period. It is not possible for us to give a more detailed indication of the provenance and date of the musket. Of course one has to consider that the Dutch style of firearms was internationally regarded highly in this period, and that the Dutch style was followed elsewhere in Europe as well. It is also a known fact that in the seventeenth century the Dutch gunmakers were working in Sweden as well. This is proven by the collections in the Livrustkammer in Stockholm and in the museum in Skokloster. If you would like to receive more information concerning these guns, you can always contact us or (perhaps easier for you?) our colleagues in the abovementioned Swedish museums.

dinsdag 6 september 2011

Hoe herken je iemand in een harnas



vraag:


Ik heb een vraag namens een vrijwilligster die bij ons rondleidt en zeer vasthoudend is wat deze vraag betreft. N.a.v. het sierharnas wat wij bezitten, wordt er met name in de kinderrondleiding verteld over de uitrusting van ridders en over familiewapens. Een geharnaste ridder kon men - zo vertellen we dat altijd- onderscheiden door het wapenschild met zijn familiewapen erop. Maar hoe kon je nou vader en zoon uit elkaar houden in een harnas? Vraag van een kind en sindsdien een heuse vraag hier. Was daar een onderscheidend teken voor? Vond men het überhaupt belangrijk om in harnas herkenbaar te zijn? Of gebruikte een zoon een ander familiewapen, gecombineerd van vader en moeder bijvoorbeeld. Hebben jullie enig idee?



antwoord:


Tijdens gevechten in de Middeleeuwen waren de geharnaste krijgers altijd herkenbaar voor de eigen troepen. Meestal droegen alleen de bevelvoerende ridders een harnas met een helm met dichtgeklapt vizier en iedereen wist wie het waren die deze harnassen droegen. Als ze een schild droegen, was daarop meestal hun blazoen geschilderd maar dat droegen ze niet altijd en dan spraken ze b.v. vaak van tevoren een teken af dat zij zouden dragen, b.v. een om één van hun arm harnassen vastgeknoopt lint of ander stuk langwerpig textiel. Bovendien waren ze vrijwel altijd omringd door hun eigen gevolg van een of meer schildknapen die een herkenbaar vaantje aan hun lans droegen.




Met open vizier strijden


Meestal streden ridders echter met open vizier of zelfs blootshoofds, dus zonder helm, in harnas. Niet uit heldhaftigheid (dat maken wij er tegenwoordig van...) maar uit zuiver praktische noodzaak. De warmtestuwing in een gesloten helm kon zo groot worden dat de drager zelfs kon stikken. Zeker als geharnaste ridders geagiteerd waren zoals in een strijd (of in een toernooi), te meer als de temperatuur ook nog hoog was. Dat is ook historisch aantoonbaar: na een strijd in de buurt van Neurenberg ergens in de vijftiende eeuw zijn naderhand dode ridders in harnas gevonden en met helmen op die donkerrode gezichten hadden en bij wie het schuim op de mond stond: zij waren allen gestikt, niet gedood door tegenstanders!



Ook vochten bevelvoerders met open vizier of zelfs geheel blootshoofds om zich tijdens het strijdgewoel beter verstaanbaar te maken, dus om hard commando's te kunnen schreeuwen zodat deze althans door de omringende soldaten goed gehoord konden worden. Aartshertog Albrecht, tegenstander van prins Maurits bij Nieuwpoort in 1600, vocht daar ook in harnas maar zonder helm. Tijdens de strijd is hij nota bene door een van zijn eigen soldaten per ongeluk met een hellebaard aan het hoofd verwond (maar hij heeft de slag wel overleefd). Je zelf op deze manier letterlijk blootgeven was natuurlijk vol van risico's, letterlijk levensgevaarlijk, zelfs als het vizier maar even werd opgeslagen om lucht te krijgen of een commando te geven, en het daarna weer dichtklapten. Er zijn gevallen bekend dat ridders in dat ene korte moment een kruisboogpijl in het gezicht kregen die hun hoofd doorboorde. Ook de bekende kruisvaarder Richard Leeuwenhart is op deze wijze door het schot van een kruisboog gesneuveld.

Klaverblad - Kastanjeblad


vraag:

Toen ik als sergeant in 1954 afzwaaide zat er op mijn jack een oranjekleurig 5-bladeren afbeelding als vervolg op de eerdere 4-bladeren-groene afbeelding (klaverblad) kunt u mij uitleggen wat dat oranjekleurig mouwembleem betekende. het was op een lichtblauwe ondergrond.

antwoord:

Het gaat om een divisieembleem. De 4e divisie kende het vier-bladige klaverblad als embleem (groen op zwart) en het embleem waar u op doelt, betreft het embleem van de 5e divisie. Dit is een kastanjeblad, oranje op nassaublauw. Het schijnt dat dit embleem is bedacht door dpl. korporaal A.A.C. van der Elst, die hiermee een prijsvraag won die uitgeschreven was voor een ontwerp tbv een nieuw embleem. Het kastanje-blad embleem is vastgesteld op 14 mei 1955. De prijsvraag stelde de inzenders tot taak, een embleem te bedenken dat op heraldische wijze het cijfer van de divisie tot uiting bracht. Blijkbaar zag men het vijfblaidge kastanjeblad als geslaagd in deze. Het oude embleem, het klaverblad van de 4e divisie, zou behalve het cijfer 4 ook de onderlinge verbondenheid (kleine delen maken samen één grote) tot uitdrukking moeten hebben brengen.

Uw eenheid is, blijkens uw verhaal, overgeplaatst van de 4e naar de 5e divisie - en daarbij is het mouwembleem, zoals in zo'n geval gebruikelijk, vervangen.

woensdag 31 augustus 2011

Wat is een Pusikan



vraag:

In een boekje over de Rüstkammer in Dresden (ISBN 3-422-06417-6) wordt op blz 6 vermeld: "....Säbel und Pusikane...." Ik kan nergens vinden wat een Pusikane is. Het wordt ook niet genoemd in uw catalogus.

antwoord:
"Pusikan" (meervoud "Pusikane") of "Pusickan" zijn zeventiende-eeuwse Duitse schrijfwijzen voor "budzigan" (de correcte schrijfwijze is onbekend), de Ottomaanse benaming voor een strijdkolf, d.w.z. een geheel metalen knots, die in het leger van de sultan als commandostaf werd gebruikt. De in de oorlogen, tegen de Turken tussen 1675 en 1725, buitgemaakte Turkse wapens zijn in veel Duitse en Oostenrijkse verzamelingen terug te vinden. Zij maken deel uit van de zgn. Türkenbeute, een enorme hoeveelheid krijgsbehoeften als wapens, vaandels, kledingstukken, harnassen, paardentuigen, tenten e.d. Wenen (het Wien Museum) heeft waarschijnlijk de grootste hoeveelheid, verder zijn er veel buitgemaakte Turkse wapens in Ingolstadt (Beieren) in het Bayerisches Armeemuseum, in Karsruhe in het Badisches Landesmuseum en ook de Rüstkammer in Dresden heeft zijn "Türkenbeute".

afbeelding uit de online collectie Staatliche Kunstsammlungen Dresden

dinsdag 30 augustus 2011

Dolk of mes?


vraag:
Afgebeelde dolk komt uit de nalatenschap van mijn vader, kunt u mij hier iets over vertellen? Het heft lijkt van ebbenhout en er zitten een aantal kerven in.

antwoord:

Officieel noemen wij dit wapen een mes omdat de kling éénsnijdend is en dus een platte achterkant heeft. Een dolk is altijd tweesnijdend en heeft in feite een symmetrische kling, dat is hier duidelijk niet het geval. Het mes heeft een snavelpunt.

Het uiterlijk van dit wapen - vooral ook de kleine pareerstang - en de leren schede doen vermoeden dat dit mes Indonesisch is. Het leerwerk van de schede heeft nogal wat weg van de schedes die gebruikt werden voor de zgn Klewang of marechausseesabel, een blank wapen dat gedragen werd door het KNIL, het Nederlands Indische Leger.

vrijdag 26 augustus 2011

Bataafse Dragonders in Kaapstad


vraag:
Is het bekend of er begin 1800 dragonders dienst hebben gedaan in Kaapstad of omgeving. Volgens een kennis in Zuid-Afrika, namens wie de vraag gesteld wordt, diende hier één van zijn voorvaders. De naam zou zijn Rall, vermoedelijk van Duitse afkomst.

antwoord:
Omstreeks 1795 was er op Java een eskadron dragonders aanwezig, bestaande uit 2 compagnieën. Het eskadrom maakte deel uit van de lijfwacht van de gouverneur-generaal aldaar. Naast dit esdadron was er ook nog een korps Javaanse Cavalerie en 2 andere compagnieën cavalerie. In 1802-1803 werden deze eenheden gereduceerd tot ongeveer 40 man. Op 2 maart 1802 werd hier een nieuw eskadron Dragonders opgericht voor de koloniën. Deze bestond ook uit 2 compagnieën en een batterij Rijdende Lichte Artillerie à 4 stukken. Al deze eenheden bleven deel uitmaken van het Bataafse Leger. Het eskadron Dragonders en de batterij Rijdende Lichte Artillerie werden voortaan aangeduid als het 5e Regiment Dragonders. In de tweede helft van 1802 vertrok dit regiment naar Kaap de Goede Hoop. Na de inname van Kaap de Goede Hoop door de Engelsen keerde het 5e Regiment Dragonders terug naar de Bataafse Republiek. In 1806, na de oprichting van het Koninkrijk Holland, werd het regiment verdeeld over andere cavalerieregimenten.

Meer hierover kunt u lezen in het volgende boek: J.A.C. Bartels, Vier eeuwen Nederlandse cavalerie Dl. 1 (Amsterdam: Bataafsche Leeuw, c. 1987)
(Aanwezig in de bibliotheek van het Legermuseum onder signatuur: HBD L 040-0009)
Indien uw kennis uit Zuid-Afrika meer wil weten over de militaire staat van dienst van zijn voorouder, kan hij deze opvragen bij het Nationaal Archief. Het adres is: Nationaal Archief, Postbus 90520, 2509 LM Den Haag, tel.nr. 003170-3315444, email: info@nationaalarchief.nl
website: www.nationaalarchief.nl

Bijgaand een afbeelding waarop het uniform van het 5e Regiment Dragonders te zien is. (afbeelding inv.nr. 00123266: Bataafsche Dragonders van de Lijfwacht des Gouveneurs van Kaap de Goede Hoop, generaal Janssens. In 1806 ingedeeld bij de Lijfwacht des Konings. Koloniale Troepen)

maandag 22 augustus 2011

Percussiepistolen


vraag:
Ik zou graag informatie willen met betrekking tot het volgende: nog niet zo lang geleden heb ik uit een erfenis twee identieke oude percussiepistolen ontvangen. Waarvan een nog in redelijk gave en bruikbare staat verkeert en de ander helaas in het houten deel doormidden is. Het enige kenmerk zijn drie letters SJB die in de beide lopen ingeslagen zijn. Voor het overige heb ik geen keurmerken of dergelijke kunnen ontdekken, ook niet met een loep. Ik heb er enige documentatie over antieke wapens op nageslagen maar mijn model komt daarin niet voor. Het lijkt wel verdacht veel op het Le Page duelleerpistool van omstreeks 1830, ook de trekkergroep vertoont duidelijke overeenkomsten. Reden waarom ik een beroep op uw kennis op dit gebied doe. Mijn belangrijkste vragen zijn: 1.zijn het echte werkende wapens geweest (dus geen speelgoed of gewoon neppers) 2.wanneer zouden ze geproduceerd kunnen zijn? 3.waar en/of door wie zouden ze geproduceerd kunnen zijn? (SJB) 4. hebben ze als (mogelijk) antiek wapens enige historische of financiële waarde? Dit met het oog op een eventuele (kostbare) restauratie.

antwoord:
Het gaat hier om een koppel civiele percussiepistolen uit circa 1840. Hierop wijst de vorm van het slot en ook de kenmerkende haaks gebogen greep die in de eerste helft van de 19e eeuw populair was. Helaas hebben wij het initiaal SJB niet in de boeken kunnen terugvinden, zodat we u geen vervaardiger of plaats van vervaardiging kunnen mededelen. Ongetwijfeld zijn ze in West-Europa geproduceerd, maar gezien de internationale mode kan geen nadere aanduiding gegeven worden, aangezien er geen keurmerken op zichtbaar zijn. Te oordelen naar de foto's lijken het authentieke originele pistolen. Dergelijke pistolen komen regelmatig in de antiekhandel voor, dus daar zou u kunnen informeren naar de financiële waarde. Of de restauratie (waarbij met name de vervaardiging van de haan een flinke klus zou kunnen worden voor de restaurator) financieel opweegt tegen de historische of geldelijke waarde is iets wat u zelf moet beoordelen. Zoals gezegd zou u voor de financiële taxatie langs kunnen gaan bij een antiquair of een veilinghuis.

dinsdag 16 augustus 2011

I-3 R.I. (De Watermannen)


vraag:
Beste medewerkers. Bij het leegruimen van het huis van mijn moeder heb ik een (zilveren) zegelring aangetroffen met daarop de letters 1-3 RI. Hij heeft de vorm van een schild, met aan de onderzijde een drietal golflijntjes. Nu is mijn vraag of dit soms een regimentsring of iets dergelijks is. Mocht dit zo zijn dan wil ik hem met alle plezier naar u opsturen, want zelf doe ik er toch niets mee.

antwoord:
Het schildje op de ring staat voor het 1e Bataljon 3e Regiment der Infanterie 'de Watermannen'. De ring zelf is geen officieel militair onderscheidingsteken, maar door de regimentssoldaten als souvenir in het leven geroepen. Ook van andere, in Indië gestationeerde regimenten zijn dergelijke herinneringsstukken bekend. Het regiment de watermannen was overigens samengesteld uit zogeheten oorlogsvrijwilligers en niet uit dienstplichtigen. Het was tussen 1945 en 1949 operationeel in West-Java. Omdat het een souvenir betreft, en niet een officieel onderscheidingsteken, nemen wij deze niet op in de collectie, maar het blijft een aardig herinneringsstuk.

maandag 15 augustus 2011

Oudhollands woord voor ingenieur


vraag:
Bij mijn bezoek aan uw museum was er een verlicht tableau met de zeilwagen en uitleg over Simon Stevin waarop het oudnederlandse woord voor zijn beroep, ingenieur voorkwam. ik kan het woord niet meer terugvinden maar het was erg treffend het was iets als vernuftigaard maar dat klopt niet. Ik wil graag het juiste woord weten.

antwoord:
Inderdaad is het juiste woord niet "vernuftigaard", maar vernufteling. Volgens het Woordenboek der Nederlandse Taal is deze term een door de dichter P.C.Hooft geïntroduceerd purisme voor een ingenieur die binnen het krijgswezen belast was met het uitdenken en uitvoeren van militaire werken.
Zie ook de informatie via de volgende link:
http://nl.wikipedia.org/wiki/Ingenieur

donderdag 11 augustus 2011

Betekenis van nummers op de bumper van een legervoertuig


vraag:
Ik heb een DAF YA 126 en soms zie je nummers op de bumper staan. Is dit een voertuig nummer of waar hebben ze betrekking op? Ik ben hem aan het opknappen dus het lijkt me leuk om die nummers er ook op te hebben, maar dan wil ik wel graag weten wat ze betekenen. Alvast bedankt.

antwoord:
U kunt verschillende soorten nummers op een voertuig aantreffen: een eenheidsaanduiding met een tactisch teken (infanterie, cavalerie, artillerie, genie, etc.), een gewoon voertuignummer of volgnummer binnen de eenheid, brugclassificatie (dat is een zwart cijfer in een gele cirkel) en natuurlijk een kenteken. U kunt het beste een andere DAF YA 126 als voorbeeld nemen en die nummering overnemen, ook de locatie op de bumper! Helaas kunnen wij u niet aan een voorbeeld helpen, want de DAF YA 126 uit onze collectie heeft geen nummering (dat komt dus ook voor). Als afbeelding is bijgevoegd, met excuus voor de matige kwaliteit van de scan, een voorbeeld van wat de tekens en nummering kunnen betekenen.
De afbeelding komt uit het boek: Militaire voertuigen in de collectie van het Legermuseum / P. van den Heuvel, A. Staarman. - Den Haag : SDU, 2002

vrijdag 22 juli 2011

Kruitvaatjes


vraag:
Onlangs ben ik in het bezit gekomen van twee vermoedelijk kruitvaatjes. De persoon van wie ze afkomstig zijn, dacht dat het was om drinken in te doen. Maar dit betwijfel ik. Ik zou het erg leuk vinden om te weten of dit inderdaad kruitvaatjes zijn, en zo ja, uit welke tijd en uit welk land ze afkomstig zijn. Eén van de vaatjes is duidelijk afkomstig uit Amerika. Van de ander heb ik geen idee. Het vaatje met de munten heeft onderaan een merkje, "mardue" met een slang en daaronder "deposer" - als ik het tenminste goed heb gezien. Tevens is deze aan de voorkant bewerkt met motiefjes en aan de achterkant met bladmotieven, maar deze zijn grotendeels afgesleten. Het vaatje met de munten is 21 cm. hoog, de ander 23 cm. Ik zou het bijzonder op prijs stellen, als u mij hierover informatie zou kunnen verschaffen.

antwoord:
Naar aanleiding van uw informatieverzoek, kan ik u het volgende mededelen: De voorwerpen waarvan u foto’s heeft gezonden zijn inderdaad kruitvaatjes. Deze werden gebruikt om geweren en pistolen mee te laden. Het koperen exemplaar is inderdaad Amerikaans, en van een model dat rond 1850-1870 in gebruik was. Het toont bovenin de Amerikaanse adelaar, met daaronder twee handen die elkaar vasthouden en de verbroedering verbeelden temidden van de sterren die symbool staat voor de Verenigde Staten. Ik moet u evenwel waarschuwen dat van dit soort kruitvaatjes veel replica’s in omloop zijn. Het is moeilijk om op basis van de foto’s te oordelen of het hier om een origineel of om een replica gaat. Het opschrift op het exemplaar met de muntjes moet waarschijnlijk gelezen worden als “marque deposée”, oftewel gedeponeerd merk. Gezien de ornamentering zouden wij deze in de Arabische wereld willen plaatsen. Mogelijk zou het ook Noord-Afrikaans kunnen zijn. Wellicht dat u met een muntexpert kunt uitzoeken wat voor muntjes het betreft en zou dit een aanwijzing kunnen zijn voor de exacte regio waar dit kruitvat vandaan komt. Wij zouden het willen dateren als 19e of begin 20e eeuws, maar dit is moeilijk te zeggen. Mogelijk dat ook hier de munten met hun Arabische opschriften aanwijzingen zouden geven in de exactere tijdsbepaling.

Project Kanon


vraag:

België 22 februari 2008. Geachte Wij hebben op onze school, KTA Koekelare, een kanon liggen. Nu willen wij meer te weten komen over dit kanon en dit naar aanleiding van een project voor Nederlands. Dit project heeft als doel het kanon zo waarheidsgetrouw te restaureren. Het kanon werd opgegraven langs de Belgische kustlijn. Bijgaand vindt u een foto van dit kanon. Hopend op uw antwoord, met vriendelijke groeten.

antwoord:

Hartelijk dank voor het informatieverzoek met de bijbehorende foto's. Helaas kan ik weinig antwoord geven over het "kanon" op de foto's. Een dergelijk kanon heb ik nog nooit gezien, en ook onze specialist op het gebied van oude kanonnen kent een dergelijk voorwerp niet. Wij vermoeden dat het een zogenaamd lijnschietkanon is. Dit waren kanonnen die een lijn naar een schip konden schieten om een verbinding te maken. Ook kon er vuurwerk mee worden verschoten om signalen te geven, bijvoorbeeld voor een schip in nood. Mogelijk dat er in de dwarse holtes haaks op de loop een stok of iets dergelijks kon worden gestoken om het kanon enigszins te richten . Zoals gezegd kunnen wij helaas geen nadere informatie geven over dit bijzondere voorwerp. U zou eventueel te rade kunnen gaan bij het Legermuseum in Brussel, of zij dit wellicht herkennen. Een andere mogelijkheid is het reddingsmuseum in Den Helder (Nederland), of een scheepvaartmuseum in België of in Nederland. Veel succes met uw project.


Bezoekers die meer kunnen vertellen over het getoonde voorwerp worden uitgenodigd te reageren.

maandag 18 juli 2011

1, 2, 3, 4, hoedje van papier


vraag:
Ik ben werkzaam bij het Historisch Nieuwsblad. Momenteel ben ik bezig met de samenstelling van de Grote Geschiedenis Quiz. In deze quiz zal gevraagd worden naar het hoedje uit het liedje ‘1,2,3,4, hoedje van papier’. Volgens mijn informatie zou het in dit liedje gaan om goedkoop geproduceerde hoedjes, genaamd sjako of schakot, die gedragen werden door plattelands-schutters in de strijd tegen de Belgen in 1830. Nu begreep ik dat de collectie van het Legermuseum zo’n hoedje bevat. Mijn vraag aan u is dan ook: kunt u mij bevestigen dat dit inderdaad het ‘hoedje van papier’ uit het liedje is, of mij doorverwijzen naar iemand die daar wellicht meer van weet?

antwoord:
Uw informatie is juist, het liedje '1, 2, 3, 4, hoedje van...' is gebaseerd op een snelle productie van sjako's ten behoeve van de Nederlandse Mobiele Schutterij voor de mobilisatie 1830-1839. Het binnenwerk van sjako's - een soort cylinderhoed voor militair gebruik - werd gemaakt van leer, vilt en karton; in het geval van deze mobilisatie waren snel grote hoeveelheden nodig en is veel karton gebruikt.
Het zijn overigens geen "hoedjes", ze zijn qua vorm en formaat nogal indrukwekkend; het liedje is spottend bedoeld, omdat de schutters zelf nogal graag erg grote woorden gebruikten in hun 'patriottisme'; dit riep natuurlijk ook weer spot op. We hebben dergelijke exemplaren wel in ons museum - ze zijn overigens zeer kostbaar en zeldzaam.

Bij de afbeelding:
Korporaal van de Plattelands-Mobiele-Schutterij, gekleed in marstenue van 1830-1844. De zwarte, met wasdoek overtrokken bordpapieren sjako werd in opdracht van generaal Baron Tindal door een Utrechtse hoedenfabrikant des Konings ontworpen. In de late avond van 27 december 1830 ontving de eigenaar van dit bedrijf, J. Leenarts, de opdracht. De volgende morgen (!) ontving de generaal een proefmodel, gevolgd door 30 standaardmodellen, die hem op 2 januari 1831 werden toegezonden. Duizend van deze, overigens Pruisische modellen, werden aan het ministerie van Oorlog afgeleverd.

Troepengeschiedenissen van eenheden in Nederlands-Indië


vraag:
Ik zoek informatie over 1-11 R.I. aangezien mijn vader in de periode 1946-1949 daarin gediend heeft in Indië.

antwoord:
In de bibliotheek van het Legermuseum is een boek aanwezig met de titel: 'de Marsroute van 1-11 R.I.' door Piet Pothof uitgegeven in 1995. U bent van harte welkom in het Collectie Informatie Centrum om dit boek te komen inzien.

Telkens blijkt dat veel kinderen van Oud-Indië gangers op zoek zijn naar gegevens aangezien de vaders vaak erg zwijgzaam zijn geweest tijdens hun leven en inmiddels soms (zoals in dit geval) zijn overleden.
Graag verwijzen wij naar een pagina op onze website waar een groot aantal troepengeschiedenissen staan genoemd en afgebeeld.
http://www.collectie.legermuseum.nl/strategion/strategion/i004351.html

maandag 11 juli 2011

Het legeronderdeel van mijn schoonvader


vraag:
Ik ben op zoek naar de diensttijd van mijn schoonvader. In mijn bezit is een foto die op 19 april 1917 is verzonden vanuit Leeuwarden. Op deze foto staat hij met een groep militairen. Hij schrijft op die kaart dat hij overgeplaatst wordt naar Assen. Kunt u aan de hand van het uniform zien, bij welk legeronderdeel hij hoorde? Volgens informatie van het Nationaal Archief waren in de periode 1916-1918 in Leeuwarden het 9e regiment infanterie en de 4e divisie Marechaussee gelegerd.

antwoord:
Wij hebben uw foto gedetermineerd. De militairen die op de foto staan afgebeeld, zijn militairen die deel uitmaken van het 9e R.I. Tijdens de mobilisatie van 1914-1918 waren de staf en 3 bataljons 9 R.I. gelegerd in Leeuwarden. Dit is nagegaan aan de hand van de officiersboekjes uit 1917 en 1918 (CL B 010-0002) en het boekje Vredesgarnizoenen (CL K 010-0389). Voor meer gedetailleerdere informatie over de diensttijd van uw schoonvader kunt u terecht bij het Nationaal Archief in Den Haag.

Waar geef ik door dat een oud militair is overleden


vraag:
Waar geef ik door dat een oud militair is overleden. Het gaat over een oom van ons die pas is overleden en die in Australië woonde. ik weet dat hij altijd nog post kreeg en dat dat met de veteranen te maken had. Hij had ook nog heel veel fotomateriaal, hebben jullie daar misschien nog interesse in.

antwoord:
U kunt aan het Veteraneninstituut doorgeven dat uw oom in Australië is overleden. Het Veteraneninstituut is het overkoepelende orgaan van alle veteranenverenigingen. Het adres van het Veteraneninstituut is:

Veteraneninstituut, Postbus 125, 3940 AC Doorn, tel.nr. 0343-474147, email: info@veteraneninstituut.nl, website: www.veteraneninstituut.nl

De naam van uw oom wordt daar geregistreerd en het Veteraneninstituut draagt er zorg voor dat zijn naam wordt doorgeven aan de instanties / verenigingen waarvan hij post ontving.

Harnas van prins Maurits in het Legermuseum getroffen door een kogel


vraag:
Ik ben bezig met een artikel voor een jongerentijdschrift en wil graag een verwijzing maken naar jullie museum. Het gaat mij om de vraag of het harnas van Maurits te bewonderen is in jullie museum en of je eraan kunt zien dat hij is getroffen door een kogel? Dank voor het antwoord.

antwoord:
In het Legermuseum is een replica van het harnas van prins Maurits aanwezig. Deze is voorzien van de inslag van de kogel. U kunt dit harnas momenteel bezichtigen in de semipermamente tentoonstelling Maurits en het Oranjegeheim . Het originele harnas wordt bewaard in het Hofjagd- und Rüstkammer des Kunsthistorisches Museum in Wenen. De replica in het Legermuseum is vervaardigd door Gotscha Lagidse:
http://www.gotscha.nl/legermuseum.htm
Een afbeelding van het originele harnas kunt u zien in het volgende boek: Robert Douglas Smith, Heavy metal. Europese harnassen in het vizier (HBD R 055-0031) op p. 66 Dit boek kunt u in het Collectie Informatie Centrum (CIC) raadplegen.

Verrijdbaar kanon


vraag:
Ik ben bezig met het schrijven van een boek over de WO II van mijn geboortedorp: Well te Noord-Limburg. Bij een van de 40 interviews die ik heb gehouden kreeg ik bijgaande foto van een kanon. Is dit een Hollands kanon? Is ze echt verrijdbaar? Is ze bij de mobilisatie in 1939-1940 gebruikt? Is ze langs de Maas gebruikt? Als u mij hier verdere informatie over kunt verstrekken ben ik u zeer dankbaar hiervoor.

antwoord:
Wij danken u hartelijk voor uw vraag, en dan met name voor de interessante foto. Het Nederlandse leger heeft één dergelijk kanon (57 mm) in deze verrijdbare affuit van de Duitse firma Gruson beproefd in 1897. Voor zover bekend is dit kanon nooit verder dan de beproevingsfase gekomen en niet in de bewapening van het Nederlandse leger opgenomen. Na de beproevingen is besloten om het kanon niet in te voeren in Nederland. Het Duitse leger heeft dergelijke stukken wel gedurende de eerste wereldoorlog gebruikt aan het westfront. Enkele exemplaren daarvan zijn nog in Noord-Frankrijk aanwezig. De enige mogelijkheid die ik nu kan bedenken hoe zo'n kanon in Limburg zou kunnen zijn gekomen is doordat het een kanon is dat door de Duitsers in 1918 is meegenomen op hun terugtocht door Limburg na de wapenstilstand van 1918. Uit inventarislijsten is niet bekend dat het Nederlandse leger dergelijke kanonnen heeft overgenomen in de bewapening. Indien u aanwijzingen heeft die erop wijzen dat dit wel het geval is, en dat dergelijke kanonnen in 1940 in Limburg opgesteld stonden, zou dat interessante informatie kunnen opleveren die tot op heden onbekend is.